16 tot 20 cm,
geringd, lang, geschubd, lang, geringd, korter dan het lichaam.
17 tot 23 cm, altijd langer dan het lichaam, geschubd, onbehaard.
Ruwe, harde haren. Rugzijde rossig tot bruin- zwart, buik grijs tot wit
Korte oortjes, goed gehoor
Kleine oogjes, bijziend en kleurenblind
Lange spitse snuit.
Voortreffelijke reuk- en smaakzin.
Gemiddeld 2 cm lang, afgerond, spoelvormig.
LEEFGEWOONTEN,
NESTPLAATS
Vertoeft op vochtige plaatsen en op vuilnisbelten, graaft gangen, nest in holen, verplaatst zich via rioleringen.
Leeft ’s nachts en voedt zich met plantaardig en dierlijk voedsel.
Knaagt aan alles wat hij tegenkomt: hout, elektrische kabels, buizen…
Graaft gewoonlijk geen holen. Uitstekende klimmer, leeft in de hoogte: op zolders, onder daken.
Leeft ’s nachts en eet vooral plantaardig voedsel.
Zeer schuw, vermijdt alle vallen en wantrouwt al wat nieuw is.
Zeer intelligent en uitstekend geheugen
Graaft soms gangen, uit- stekend klimmer, maakt overal nesten, van de kelder tot de zolder, dikwijls in opgeslagen goederen.
Leeft zowel binnen als buiten, vooral ’s nachts. Verspreidt een sterke muskus- en urinegeur.
Zeer nieuws- gierig van aard.
50 tot 100 meter, soms veel meer
Omnivoor en vleesetend, ongeveer 30 g/dag.
Behoefte aan vers water.
Omnivoor, met voorkeur voor plantaardig voedsel,
25-30 g/dag. Veel granen en fruit.
Behoefte aan vers water.
Omnivoor, met voorkeur voor plantaardig voedsel,
25-30 g/dag. Veel granen en fruit.
Behoefte aan vers water.